Konijnen en knaagdieren zijn niet zo groot, maar dat is uw liefde voor uw huisdier natuurlijk wel. Daarom bezoekt u graag een dierenarts met kennis van konijnen en knaagdieren.
Konijnen en knaagdieren vergen een heel andere diergeneeskundige aanpak, dan de hond of kat. De extra kennis van deze diersoorten die hiervoor nodig is hebben wij in huis.
Konijnen en knaagdieren zijn prooidieren en laten daarom niet snel zien dat ze ziek zijn. In de natuur worden ze namelijk sneller aangevallen door een roofdier als ze hun zwakte laten zien.
Omdat konijnen en knaagdieren vaak pas in een laat stadium laten zien dat ze ziek zijn, is het belangrijk niet te lang af te wachten met een bezoek aan de dierenarts.
Zeker als uw dier stopt met eten moet u zo snel mogelijk langskomen. Als een konijn of knaagdier stopt met eten dan kan het al binnen enkele dagen overlijden.
De tanden en kiezen van konijnen en van sommige knaagdieren groeien levenslang door. Hierdoor is de kans op het ontstaan van gebitsproblemen groter. Deze gebitsproblemen ontstaan vaak langzaam en kunnen verschillende oorzaken hebben.
Als u een van deze signalen waarneemt is een gebitsbehandeling meestal noodzakelijk.
Soms is het alleen nodig om de tanden en/of kiezen bij te slijpen/vijlen.
In andere gevallen moeten er elementen getrokken worden.
De juiste voeding voor uw konijn of knaagdier is belangrijk. Konijnen hebben een grote blinde en dikke darm en hiermee kunnen ze hooi en gras verwerken. Te weinig ruwvoer zorgt voor probemen met het maag/darm stelsel en kan gebitsproblemen in de hand werken. Het ruwvoer kan worden aangevuld met een goede kwaliteit brokken. Vooral calcium is voor konijnen belangrijk. Dit dient in de juiste verhouding te worden gegeven.
Cavia’s eten met name groenvoer (gras, groentes, planten en kruiden); ze hebben brokken nodig van een goede kwaliteit en ongelimiteerd hooi. Een goede brok bevat voldoende vitamines en mineralen, in de juiste balans.
Als u graag twee of meerdere konijnen wilt hebben is het verstandig om uw konijn te laten castreren. Dit zorgt ervoor dat er geen nakomelingen komen, maar ook het koppelen van de dieren gaat vaak makkelijker.
Dit doet hij omdat niet alle voedingsstoffen en energie bij de eerste darmpassage uit het voer gehaald kunnen worden. Een aantal belangrijke stoffen blijft achter in de blindedarm en wordt apart van de keutels uitgescheiden. Om deze voedingsstoffen binnen te krijgen, eet je konijn de keutels op.